De Genkse burgemeester Wim Dries is er klaar mee. Hij moet lijdzaam toezien hoe de ene na de andere krantenwinkel verandert in een semi-gokkantoor. Genk telt er inmiddels zestien.
Er ontstaat zo langzamerhand een tweespalt tussen enerzijds casino’s en speelhallen, anderzijds wedkantoren en kansspelen in de krantenwinkel, Op de eerste groep is strenge controle op onder meer leeftijd van de bezoekers, speelgedrag van de bezoekers en er gelden strenge regels qua aantallen en vestigingsplek.
Voor wedkantoren en kansspelen in krantenwinkels geldt dat een pak minder. Het zijn juist de wedkantoren en krantenwinkels die aantrekkingskracht hebben op jongeren en ook minderjarigen. Uit onderzoek blijkt dat juist de kansspelen die worden aangeboden in wedkantoren en krantenwinkels de kansspelen zijn die ervoor zorgen dat jongeren beginnen met gokken.
Politiek gezien ligt een strengere aanpak gevoelig. De dagbladhandel is namelijk het jachtterrein van de Nationale Loterij. Soms krijgen we de indruk dat politici proberen de Nationale Loterij te ontzien of zelfs in het zadel proberen te helpen.
Verschillen tussen casino’s/speelhallen en wedkantoren/krantenwinkels
Er gelden qua regelgeving en controle grote verschillen tussen casino’s en speelhallen aan de ene kant en wedkantoren en krantenwinkels aan de andere kant.
Leeftijdsgrens: 18 jaar versus 21 jaar
Een belangrijk verschil is de leeftijdsgrens. Je mag pas vanaf 21 jaar een casino of speelhal binnen. In de krantenwinkel of het wedkantoor mag je echter al vanaf 18 jaar spelen. De reden van dit verschil is dat er aanvankelijk een groot verschil was qua verslavingsrisico tussen slot machines en sport wedden of loterijproducten.
Dat verschil zit ‘m in de tijd die zit tussen het plaatsen van je inzet en het kennen van het resultaat. Hoe kleiner dat verschil, hoe groter het verslavingsrisico. Op een slot machine in het online casino of casino is dat amper ’n paar seconde. Een eventuele prijs staat ook binnen die paar seconde – in de vorm van speelkrediet – op de slot machine waarop je speelt. Dat betekent dus een relatief groot verslavingsrisico en dus strenge regelgeving.
Voor sport wedden en loterijen gold aanvankelijk dat het verschil tussen het plaatsen van de inzet en het kennen van het resultaat een stuk groter was. Veel deelnemers zetten doordeweeks in op voetbalwedstrijden of kopen doordeweeks hun lottoformulier aan. De uitslagen worden bekend in het weekend en in de dagen daarna wordt een eventuele prijs vervolgens geïncasseerd. In vakjargon heet dit short-odd en long-odd.
Veranderende producten
Door de jaren heen, zijn loterijproducten en sport wedden echter veranderd:
- opkomst krasloten: een kraslot kost ’n paar euro en je kunt er relatief hoge bedragen mee winnen. De kans om ’n groot bedrag te winnen is laag. Het uitkeringspercentage is relatief laag en bevat veel kleine prijzen. In de praktijk blijkt dat spelers kleinere prijzen vaak omwisselen voor (een) nieuw(e) kraslot(en).
- live betting: voorheen zette je (ruim) voor de wedstrijd in op de einduitslag van de wedstrijd. Tegenwoordig kun je live tijdens de wedstrijd inzetten op de uitslag. En niet alleen op de uitslag. Ook op wie de volgende goal scoort, wie de volgende hoekschop krijgt, etc.
- virtuele sport weddenschappen: spelers zetten hierbij niet in op een ‘echte’ sportwedstrijd, maar op een virtuele. Een algoritme bepaalt de uitslag. Een speler zet in op een van de (fictieve) deelnemers aan de wedstrijd. Vervolgens ziet de speler een gesimuleerde sportwedstrijd, te vergelijken met een computerspelletje waarop de speler zelf geen enkele invloed heeft. Na ’n minuut weet de speler of hij heeft gewonnen of niet.
De overeenkomst tussen deze drie opkomende producten is dat er sprake is van short-odd in plaats van long-odd.
Controle op leeftijd en speelgedrag
Bijkomend probleem is ook dat er in krantenwinkels en wedkantoren minder controle is op de leeftijd van spelers. Wie een casino of speelhal binnen wil, moet zich vooraf legitimeren. Er wordt dan gecontroleerd of iemand de minimale leeftijd om te spelen heeft bereikt en of iemand niet staat vermeld in het Excluded Persons Information System. Dit systeem, afgekort tot EPIS, bevat de gegevens van alle spelers die uit zijn gesloten van deelname aan kansspelen. Voor het grootste deel betreft dit spelers die vanwege hun beroep of vanwege een gerechtelijke uitspraak niet mogen gokken, maar het is ook een belangrijk wapen in de strijd tegen gokverslaving. Spelers kunnen namelijk ook op eigen verzoek geblokkeerd worden voor deelname aan kansspelen.
Wedkantoren en krantenwinkels controleren niet of iemand vermeld staat in EPIS. Met andere woorden: een probleemspeler die zichzelf heeft laten blokkeren voor deelname aan kansspelen, kan in het wedkantoor of in de krantenwinkel nog wel inzetten via bijvoorbeeld krasloten en sportweddenschappen.
Het eerder in dit artikel aangehaalde onderzoek van de Universiteit van Leuven bevestigt dat krasloten een relatief groot verslavingsrisico kennen en dat krasloten voor relatief veel jongeren de eerste stap zijn in hun “loopbaan” als gokker.
Waar jongeren die nog geen 21 zijn niet binnen geraken in een casino of speelhal, mogen ze wel naar binnen in het wedkantoor of de krantenwinkel. In de krantenwinkel komen bovendien veel minderjarigen, bijvoorbeeld om snoep te kopen, een tijdschrift te kopen, een belkaart te kopen, een kopie te laten maken, etc. Kansspelen worden steeds vaker agressief aangeprezen in krantenwinkels. Ongevraagde reclame op televisie wordt aan banden gelegd, maar ongevraagde reclame in krantenwinkels en tankstations – waar toch heel wat minderjarigen komen – wordt met rust gelaten.
Aantal vestigingen en eisen vestigingsplek
Krantenwinkels vervullen ook andere functies dan enkel het verkopen van kansspelproducten. Dagbladhandelaren worden echter, door teruglopende verkoop van tabaksproducten en dagbladen, steeds afhankelijker van kansspelen. Er gelden amper eisen met betrekking tot de plek van vestiging. Ondernemers kunnen zonder veel problemen om het even waar een krantenwinkel openen. Dat mag ook in de buurt van een school of jeugdhuis zijn.
Voor casino’s, speelhallen en in mindere mate wedkantoren gelden deze regels niet. Zij moeten immers een convenant sluiten met de gemeente en voldoen aan wetgeving die erin voorziet dat deze gelegenheid niet worden geopend in de buurt van scholen, jeugdverenigingen, religieuze gebouwen, etc.